Orange is the new Cool (12)

Zij is Danne Boterenbrood, hij is Jan van Berkel. Samen maken ze deel uit van Team Nederland en strijden ze voor Olympische deelname in Londen 2012. Volg hier hun belevenissen, proef uit de NTC-keuken, smul van trainingsrecepten van de toppers en leef mee met hun raceavonturen. Danne en Jan nemen je mee van continent naar continent, van maand tot maand, op weg naar de berg Olympus. Kijk elke twee weken op de site voor een bijdrage van Jan of Danne. And remember folks….Orange is the new Cool!


Kleine stenen van wijsheid

Wie kent het niet, je probeert iets nieuws in je trainingsschema en eigenlijk weet je vooraf al dat het op die manier waarschijnlijk niet werkt… Ik heb tot nu toe zeker een aantal van die momenten meegemaakt. Onze coach John haalt dan vaak Kafka maar weer eens aan en zegt: “What doesn’t kill you makes you stronger.” Maar is het dan soms gewoon trial and error in de sport? Ik denk dat in aanvulling op de vele fouten in mijn carrière, ik juist ook op de weg om deze fouten te voorkomen de interessante mensen heb ontmoet.

Aan het begin van mijn triathlonloopbaan werd Christoph Mauch, Zwitsers Ironman-atleet en PhD in de wiskunde, twee keer vierde in Hawaii. Terwijl ik als junior-atleet samen met Christoph in hetzelfde team zat, heb ik van hem mijn eerste belangrijke les geleerd. “Vergeet nooit dat je als atleet ook je hersenen moet gebruiken.” Christoph las elke ochtend minstens twee uur de krant van het beste niveau dat hij op dat moment kon vinden.

In 2005 volgde een trainingsstage met Sven Riederer in St. Moritz. Het was in het jaar tussen de middelbare school en mijn vervolgstudie en mijn eerste jaar als professioneel atleet. Ik was overweldigd door alle vrije tijd die ik plotseling beschikbaar had en zag bij Sven hoe hij hier heel strak mee omging. Hij liet mij zijn enorm duidelijke structuur in zijn dagen en zijn week zien en opnieuw voegde ik een kleine steen toe aan mijn verzameling.

In 2008 werd ik ingezet als sparringpartner van Olivier Marceau. We trainden gedurende zes weken samen in de bergen van St. Moritz, Davos en Leukerbad. Olivier had zich met zijn derde plaats op het EK in Lissabon gekwalificeerd voor de Spelen, maar daarna anderhalve maand doorgebracht met het verbouwen van zijn tuin in plaats van te trainen… Ik legde hem in elke training het vuur na aan de schenen en de coach maakte zich ernstig zorgen over Beijing. Maar Olivier bewaarde als enige de kalmte: “We hebben nog vier weken tot de Spelen, toch?” Hij werd negentiende in Beijing.

Het zijn slechts kleine dingen waarmee deze drie atleten mij op grote wijze hebben beïnvloed. Inmiddels is het 2012 en ben ik hier in Nieuw-Zeeland met weer een andere sparringpartner aan mijn zijde. Marco van der Stel is hier om mij sneller te maken. Ik heb geen Olympische Spelen gewonnen of een WK-medaille op zak zoals mijn vroegere leraren. Maar toch heb ik inmiddels heel wat kleine stenen van wijsheid opgepakt en ik hoop dat Marco over vier of acht jaar, terugkijkend op dit trainingskamp, kan zeggen dat de tijd en training met mij hem dingen hebben geleerd en misschien wat fouten hebben bespaard. Het is bijna een beetje als een contract tussen de generaties van de atleten en ik zie het als mijn plicht om de volgende generatie sterker te maken.