Iedere hechte gemeenschap kent zo zijn eigen mores. De triathlonscène is daarop geen uitzondering. Het beste voorbeeld daarvan is het wedstrijd T-shirt, of nog beter: het finisher T-shirt. Want waar elders ter wereld is het dragen van een T-shirt een teken van hot or not?

Het kiezen welk T-shirt te dragen voor of na een wedstrijd kan een zware en moeilijke taak zijn, met grote (sociale) gevolgen. Hieronder volgen enkele tips en richtlijnen, zodat de zichzelf respecterende tri- en duatleet potentiële vernedering binnen de eigen subcultuur kan voorkomen en altijd goed voor de dag komt.

1. Een shirt mag alleen gedragen worden door diegenen die ook daadwerkelijk hebben deelgenomen aan die wedstrijd (medewerkers en vrijwilligers uitgezonderd, zie richtlijn #10).
2. Een T-shirt dragen binnen 30 dagen na het betreffende evenement betekent: onervarenheid. Het geeft het signaal af dat je geen andere T-shirts hebt, en dus een ‘nieuwe’ bent (zie richtlijnen #4 t/m #9).
3. Een T-shirt van korte (sprint, 1/8) trek je niet aan naar wedstrijden van de midden-afstand, en naar lange-afstands wedstrijden zijn de meeste T-shirts van de 1/4 of OA ook al not done. Ze zijn gewoon niet cool genoeg en schreeuwen ‘ik ben een beginner’. Draag altijd een T-shirt van vergelijkbare afstand of kort daaronder.
4. Als je een wedstrijd al eerder hebt gedaan, draag dan de volgende keer/keren het shirt van het eerste jaar dat je er hebt meegedaan. Doe jezelf niet tekort door een shirt van een later jaar aan te trekken, dat laat namelijk onvoldoende zien dat je al een oudgediende bent en dus barst van de ervaring in deze wedstrijd.
5. Draag nóóit vooraf al het shirt van de wedstrijd die je die dag gaat doen. Dit is niets minder dan het lot tarten (zie #7 en #8).
6. Het T-shirt van de wedstrijd tijdens de wedstrijd dragen wordt ten sterkste ontraden. Dit is net als constant roepen “Ik werk! Ik werk!” terwijl je aan het werk bent (zie #7).
7. Draag nóóit een T-shirt van een wedstrijd die je niet uitgelopen hebt. Het shirt dragen doet voorkomen alsof je gefinished bent.
8. Uitvallers mogen het shirt dragen, mits ….. zij er met koeieletters DNF op hebben gekalkt. Een grote ‘X’ mag ook. Het geeft je in ieder geval kans en aanleiding om het aan mensen uit te leggen waarom je het niet gehaald hebt.
9. Het dragen van een T-shirt van een ouder jaar tijdens de wedstrijd is acceptabel. Neem dan wel het shirt van het oudste jaar. Het is misschien wel een goede manier omdat je daarmee eigenlijk duidelijk laat zien dat je geen excuus (meer) hebt om uit te stappen; je hebt ‘m immers al eerder volbracht.
10. Vrijwilligers bij een wedstrijd hebben alle rechten en privileges die verbonden zijn aan het gebruik van het betreffende T-shirt.
11. Neem geen souvenir-T-shirts! Niemand die niet met de betreffende wedstrijd is verbonden zou het wedstrijdshirt mogen dragen! Zelfs als het je partner is die dat ene ‘Almere-shirt’ zo mooi vindt: zeg hem of haar dan dat je met alle liefde een inschrijfformulier voor volgend jaar klaarmaakt. Dan kunnen ze ‘m zèlf verdienen.
12. Als uitzondering op regel #2 mag je wèl tijdens de wedstrijdbriefing het T-shirt van je laatst gelopen wedstrijd dragen. Hoe recenter, hoe beter! Het is ook een goeie manier om een gesprek aan te knopen. Maar vermijd daarbij de dooddoener dat die wedstrijd ‘maar’ een training was voor deze, en dat deze weer een test is voor de volgende. Dit lijkt op het goedpraten van middelmatige prestaties.
13. T-shirts moeten natuurlijk schoon zijn. Okee, enkele opgedroogde bloedsmeurtjes mogen.
14. Als je wen wedstrijd als Almere of Stein – of beter nog: een wedstrijd als Zofingen, Embrun of Hawaii – hebt gedaan: draag het shirt waar dat maar mogelijk is. If you got it, flaunt it!

Zoals je ziet, is het kiezen van het juiste T-shirt voor de juiste gelegenheid bepaald geen zaak die je al te licht moet opnemen. De voor iedere gelegenheid te dragen T-shirts moeten met zorg gekozen worden. Mits goed gebruikt, kan een T-shirt je helpen om jezelf op een goede manier te positioneren in de scène. Maar ook daarbuiten: triathlon T-shirts zijn prima openers voor gesprekken in de sportschool, en als zodanig oneindig vééél beter dan de meeste (platgetreden) openingszinnen. Echter: onoordeelkundig gebruik van T-shirts kan blaren (op de ziel), hol starende ogen (bij de mensen om je heen) en verstuikte enkels veroorzaken, om maar te zwijgen van een sociaal isolement.

(Noot van de auteur: in het openbaar worden deze richtlijnen ontkend door du- en triatleten, maar als je het er onder vier ogen over hebt, dan hoor je vaak wel anders….)