De grondlegger aan het woord

In het oktobernummer van de Italiaanse versie van Triathlete Magazine stond een interview met de grondlegger van de huidige triathlonsport, John Collins. Dit interview, dat kort daarna met enkele extra noten van Collins ook verscheen in Triathlon Digest, geeft een doorkijkje in het hoe en waarom van de eerste Ironman, en een bijzondere blik van een bijzonder man op triathlon en duursport (met dank aan John Collins en Katherine Williams van Triathlon Digest).

Over het ontstaan
Mijn familie en ik zijn al betrokken bij triathlon vanaf het prille begin, vanaf wedstrijd die in 1974 in Mission bay gehouden werd door de San Diego Track Club. Bij deze eerste triathlon begonnen we met lopen, daarna werd er gefietst en we vervolgden met een combinatie zwemmen-lopen tussen en over een serie eilanden om tenslotte zwemmend te finishen. Dit evenement was kort en informeel, en was bedoeld om een hardlooptraining te onderbreken met een iets nieuws. De uitdaging voor veel van de hardlopers was eenvoudigweg om door de serie van korte zwemonderdelen te komen zonder te verdrinken. Onderlinge competitie was voor de meeste deelnemers van secundair belang.

De tweede triathlon, in 1975 in Coronado, begon met een massale fietsstart, daarna lopen en tot slot zwemmen. Hawaii 1978 was de eerste triathlon met de ‘klassieke’ volgorde zwemmen – fietsen – lopen. De volgorde was zo gekozen omwille van veiligheid, beheersbaarheid en geografische omstandigheden. De volgorde zwemmen-fietsen-lopen is dus, historisch gezien, zeker niet heilig.

We begonnen met het zwemmen omdat we voor toestemming van de kustwacht exact op moesten geven tussen welke tijden het water gesloten moest zijn voor bootverkeer. Omdat toentertijd weinig deelnemers ervaring hadden in alle drie de sporten, werden er bij het evenement diverse eisten gesteld die voortkwamen uit veiligheidsoverwegingen. Sommige deelnemers waren slechte zwemmers. Om deze reden werd het zwemonderdeel als eerste afgehandeld, zodat we iedereen makkelijk konden tellen, zowel bij de start als bij het einde van het onderdeel. Door de enorme lengte van het parcours zouden diverse deelnemers zich ook nog in het donker op de openbare weg bevinden. Om deze reden werd het fietsonderdeel als tweede geplaatst, zodat alle deelnemers nog voor het donker van de fiets af zouden zijn. Daarnaast hadden de meeste deelnemers onvoldoende fietservaring om stayeren veilig toe te laten, en daarom werd stayeren verboden. We hadden ook gewoon niet voldoende vrijwilligers om controle daarop mogelijk te maken. Deelnemers moesten zelf zorgen voor een volgwagen. Controle en jurering werd overgelaten aan het eergevoel en de eerlijkheid van de deelnemers, ofwel zoals ik in de reglementen schreef: “Valsspelen kan, maar je zal je dat altijd blijven herinneren”.

Over het stayerprobleem
Tegenwoordig is triathlon wereldwijd verspreid, een levensstijl voor duizenden en zelfs een Olympisch onderdeel. Het kleine groepje mensen dat aan de kop van het veld presteerde, is uitgegroeid tot een wereldwijd kader van professionele en amateur atleten. Korte, compacte wedstrijden over meerdere ronden en een harde onderlinge competitie hebben geleid tot het toelaten van stayeren. Organisatoren hebben tegenwoordig talloze vrijwilligers nodig om de atleten bij te staan en waar nodig het parcours te controleren. De huidige toppers en subtoppers beschikken over de technische vaardigheden om stayeren in dicht opeengepakte pelotons mogelijk te maken. In ieder geval is in korte wedstrijden over meerdere ronden en nog meer bochten het toezien op het niet-stayeren een nachtmerrie voor iedere wedstrijdleider.

Het probleem van stayerwedstrijden is dat het het evenement enorm vertekent. Een goed zwemonderdeel betekent een toegangskaartje voor het eerste fietspeloton, waarin de deelnemers gestimuleerd worden om vooral niet teveel kopwerk te doen om energie te sparen voor het beslissende onderdeel: het lopen. Het heeft het belang van het fietsonderdeel in de triathlon verminderd; zodanig zelfs dat het in veel gevallen niet meer bepalend is voor de uitkomst van de wedstrijd.

Zoals ik al zei, is de volgorde zwemmen-fietsen-lopen geenszins heilig. Een simpele verandering van de volgorde naar zwemmen-lopen-fietsen zou de balans weer terug kunnen brengen. Het belang van zowel het zwemmen als het lopen blijft hierbij gelijk, maar het zou het fietsonderdeel weer zijn belang teruggeven. Mindere zwemmers en lopers zullen zich door het fietsveld heen moeten werken om toch nog te kunnen winnen. Daarnaast denk ik dat meer top-fietsers zich aangetrokken zouden voelen tot een sport die hun specifieke talent meer beloont.

We hebben vier jaar de tijd, tot aan de volgende Olympische Spelen, om de balans in de korte stayertriathlon te herstellen. Dit zal niet vanzelf gebeuren en ook niet zomaar op commando. We zullen gewoon iets moeten proberen met triathlons met een andere volgorde en de deelnemers, wedstrijdleiders, media etcetera laten meebeslissen of de verandering de moeite waard is gebleken. Ik heb hierover ook met diverse toptriatleten gesproken, en iedereen die ik heb gesproken antwoordde iets in de trant van “daar zou ik mee uit de voeten kunnen”.

Laten we het gewoon proberen. Ik denk dat we uiteindelijk zullen concluderen dat het de balans in triathlon weer herstelt en dat het zal helpen om de groei van onze sport door te zetten.

Over de beleving van triathlon
Toen ik in 1977 het idee lanceerde dat leidde tot de Hawaii Ironman Triathlon, werd dat gepresenteerd als een “uitdagings-evenement”. Er waren prijzen voor alle finishers, maar geen specifieke prijzen voor de klassering. Maar zoals we allemaal wel weten is het onmogelijk om mere dan twee atleten op een parcours los te laten zonder dat er een wedstrijd ontstaat. Aan de kop ontstond inderdaad een wedstrijd, terwijl de meerderheid van het deelnemersveld gewoon strijd leverde met de lengte van het parcours, het hete weer en eenieders interne demonen. En ondanks de enorme ontwikkeling van de sport is met name in de Ironman evenementen de overgrote meerderheid van het veld nog steeds bezig met het leveren van strijd tegen de kilometers, de weersomstandigheden en zichzelf. Net zoals in 1978.
Een puur competitieve sport kan groeien en floreren, maar om de aandacht te vangen van zo vele duizenden atleten over de hele wereld en tot de verbeelding te spreken, moet er meer zijn dan competitie alleen. Er moet een persoonlijke voldoening zijn, die verder reikt dan alleen bekers en medailles, zelfs verder dan het prijzengeld voor de enkelen aan kop.

Triathlon is uniek in het opzicht dat de atleet tot het maximum getest wordt. Energiemanagement, de uitoefening van de kunst van het wisselen van disciplines, oog houden voor je lichaamssignalen zijn ook allemaal onderdeel van de triathlonsport. De totale betrokkenheid van zowel lichaam als geest is hetzelfde voor iedereen, zowel aan kop als in de achterhoede. Deze wedstrijd is complex en wordt intern gevoerd, en de opbrengst is puur persoonlijk en blijvend.
Triathlon, uitgegroeid van een ‘extreme’ sport tot een mondiale beweging, geeft iedere deelnemer een eigen persoonlijke ervaring. De diepte en intensiteit van deze ervaring hangt af van de atleet, zijn voorbereiding en zijn toewijding. De Ironman in het bijzonder staat voor een persoonlijke reis naar de uitersten van je kunnen. De ervaring die je daarmee opdoet is enorm. Iedere serieuze duursporter zou deze reis eigenlijk minimaal éénmaal in zijn leven moeten maken.