Rotor Q-Ring

Carlos Sastre won er in 2008 de Tour de France mee. Een jaar later ging het Cervélo testteam er ook mee rijden en sindsdien is het snel gegaan met de Rotor Q-rings ofwel de ovale kettingbladen. Daarvoor was het merk niet of nauwelijks bekend, laat staan dat er op grote schaal mee gereden werd. Toch bestaat Rotor al sinds 1993. Het bedrijf is ontstaan binnen de ruimtevaartafdeling van de Universiteit van Madrid. Het is niet toevallig dat de oprichting  in 1993 is geweest want dat is het jaar dat Shimano stopte met de productie van het Biopace blad. Het Biopace blad gaf echter door zijn specifieke vorm een precies tegenovergesteld effect dan wat men voor ogen had. De bedoeling was om door de ovalisatie van het blad het dode moment in de pedaal-omwenteling te verminderen. Op zich een slimme gedachte alleen niet goed uitgevoerd in het ontwerp van het Biopace kettingblad en dus veel negatieve publiciteit voor Shimano.

Maar waar Shimano na alle negatieve publiciteit de ontwikkeling staakte pakte Rotor juist de draad op en ging door met het ontwikkelen om de juiste vorm van het ovale blad te vinden. De  gedachte achter het principe van een niet rond blad is zo klaar als een klontje.  Het is namelijk onmogelijk voor een been om bij een rond blad continu kracht op de pedaal uit te oefenen. Nu is dat bij een ovaal blad ook niet mogelijk, maar bij het gebruik van een ovaal blad kan de pedaalomwenteling wel veel efficiënter worden. Met andere woorden als de ovalisatie van het blad juist is dan kan de weerstand van de kettting/versnelling variabel gemaakt worden afhankelijk waar je pedaal / been zich bevindt in de pedaalomwenteling en je door de positie van het been meer of minder spierkracht kunt aanspreken.
Het moelijkste moment in de pedaal-omwenteling is wanneer de cranks verticaal staan. Op dat moment wordt er door de benen bijna geen kracht op de pedalen uitgeoefend omdat dit in die positie van de benen spier- en gewrichtstechnisch niet of nauwelijks mogelijk is. En dan in het bijzonder bij het been waarbij de crank loodrecht omhoog staat.

De bedoeling van een ovaal blad is om dit ‘dode’ moment in de pedaalcyclus zoveel mogelijk te beperken. Door de specifieke vorm is de weerstand van een 53 ovaal blad op het ‘dode’ moment ongeveer gelijk aan een rond blad van 50 tanden, maar naarmate het blad verder over dit punt heen komt neemt de weerstand toe tot 56 tanden omdat het been ook in staat is om meer druk uit te oefenen op de pedaal.

Hoewel het oog ziet dat je op een ovaal blad rijdt als je er naar kijkt voel je dat met fietsen in het geheel niet. Sterker nog, ik vind het Rotor blad ‘ronder’ aanvoelen dan het normale ronde kettingblad juist omdat de ‘dode’ momenten minder aanwezig zijn.
Op de afbeelding hiernaast is duidelijk te zien welke spier-groepen je aanspreekt bij welk deel van de pedaalomwenteling.

De bedoeling van het Rotor blad (of elk ander niet rond blad) is om de overgang binnen de verschillende spiergroepen zo vloeiend mogelijk te maken waardoor de trapbeweging werkelijk zo ‘rond’ mogelijk wordt.

Uiteraard claimt Rotor dat het gebruik van hun bladen louter positieve resultaten oplevert. Dat de verbetering van het Wattage tot maar liefst 3,5% kan oplopen en dat je minder snel verzuurt. Maar dat zijn altijd de testen uitgevoerd door of in nauwe samenwerking met de fabrikant. Toch moet ik eerlijk bekennen dat ik na een seizoen van gebruik overtuigd ben van het nut. Ik wil niet eens beweren dat ik harder ben gaan rijden of dat ik een hoger Wattage weg trap dan met een rond blad, hoewel ik voorzichtig geneigd ben om dat wel te geloven sinds mijn ervaringen van dit seizoen. Wat ik wel concreet elke training ervaar is dat het gewoon makkkelijker ronddraait en dat de wissel naar het lopen veel makkelijker gaat. Opvallend is ook dat ik al jaren met een zelfde vertanding in mijn cassette rijd en dat ik dit seizoen probleemloos 2 tandjes zwaarder kan trappen dan voorheen. Ook is het verschil tussen mijn race- en triathlonfiets opvallend. Beide zijn voorzien van  dezelfde cassette, maar op mijn triathlonfiets  -met Rotor- draai ik makkelijker verzet x dan op mijn racefiets -zonder rotor-. Maar uiteraard zijn de positie en cranklengte op beide fietsen verschillend en dus blijft vergelijken lastig. Daarnaast heb je natuurlijk te maken met de vorm van de dag, weersomstandigheden en andere externe factoren die het gevoel kunnen beinvloeden. Daarom laat ik mij niet alleen leiden door gevoel, maar ook door de Rotor geadviseerde SpinScan.

Om het effect van het ovale blad te meten gebruikt Rotor een zogenaamde SpinScan analyse. Dit is een functie die ingebouwd zit in de indoortrainers van Computrainer. Deze functie geeft de krachtverdeling van de benen in de pedaalcyclus weer in de vorm van een staafdiagram of een polar visual. Op de afbeelding van de staafdiagram zie je dat het linker- en rechterbeen in éém scherm gevangen zijn. Beide grafieken starten op TDC ( Top Dead Center), dus met de cranks op 6 uur. Elk balkje staat voor als het ware een taartpunt in de cirkel die gedraaid wordt met één omwenteling. De eerste balkjes zijn laag en dat geeft aan dat de druk op de pedaal laag is. Naarmate de crank verder omlaag gaat neemt de druk toe en worden de balken hoger. Bij een slechte tot matige trapbeweging, een te zwaar verzet of - en dat geldt zeker voor de triatleten - bij een te lange crank is het verschil tussen het dal en de piek in de staafdiagram groot. Dus het ‘dode’ moment in de pedaalcyclus is zeer aanwezig en moeilijk te overwinnen.

Wanneer het ‘dode’ moment minder aanwezig is worden het verschil tussen de pieken en dalen veel minder groot. Dat verklaart ook het gevoel dat het Rotor blad ‘ronder’ trapt dan een werkelijk rond blad. Maar daarmee ben je er nog niet. Rotor heeft op zijn bladen het zogenaamde OCP (Optimum Chainring Position) toegepast. Rotor gaat er namelijk van uit dat afhankelijk van de atleet bijv. door spieropbouw (verhouding tussen slow- & fasttwitch vezels), type activiteit (klimmen, criterium, triathlon of TT) en zijn zitpositie ten opzichte van het bracket invloed hebben op hoe de ovalisatie van het blad zou moeten zijn. En dat klinkt zeer logisch want ik kan mij voorstellen dat het wel degelijk uitmaakt of je met het zadel ongeveer 6-8 cm achter je bracket zit (racefiets positie) of met de punt van je zadel boven of zelfs voorbij het bracket zit.  Voor de triathlon wordt door Rotor een OCP 4 (grote blad) om 3(kleine blad) als advies gegeven.  Maar ik heb ook veel reacties gelezen van gebruikers die gestart zijn op OCP 3 en pas later naar OCP 4 zijn gegaan.

Rotor zelf adviseert volgens hun set-up advies 500 km te rijden en daarna eventueel de OCP instelling aan te passen aan de hand van de onderstaande gegevens. Ik ben zelf gestart met de OCP 3 instelling voor beide bladen en heb na tweemaal rijden al mijn grote blad op OCP 4 ingesteld. Dat voelde beter, krachtiger en oogde op de SpinScan als voor mij de meest optimale positie. Maar ik heb ook ervaringen van anderen gelezen die wel meer moeite hadden met de overstap. Dat heeft meestal te maken met een matige effectiviteit in de pedaalomwenteling van het ‘recovery’ been. Met andere woorden wanneer je weinig tot geen ‘trek’ kracht hebt in het tweede deel van de omwenteling dan kan het gevoel ontstaan dat je wat ‘zweeft’ in de pedaal of zelfs dat er in eerste instantie zelfs minder vermogen wordt geleverd. De spiercoördinatie is dan nog niet voldoende gewend aan de ovalisatie van het blad. Hoe lang het duurt voordat dit verbetert hangt af van het individu, hoeveel er gefietst wordt, hoe lang, etc.

Zoals bij elke ontwikkeling heb je voor- en tegenstanders, zijn er testen die het nut bewijzen en die het tegendeel bewijzen en concurenten, bijvoorbeeld O-Symetric versus Rotor, die elk beweren dat hun blad beter is. Ik heb inmiddels behoorlijk wat testen gelezen en ben verbaasd over hoeveel studies er zijn geweest over niet-ronde bladen. Want er zijn veel varianten getest en die kunnen zeker niet allemaal ovaal genoemd worden. Van alle varianten zijn overigens alleen nog Rotor en O-Symetric over als commercieel verkrijgbaar blad. Maar het feit dat er zoveel studies zijn geweest geeft wel aan dat er twijfels zijn over de effectiviteit van het ronde blad. Met het toenemende succes van de  niet-ronde bladen zou het mij niet verbazen wanneer merken als Sram en Shimano ook weer de draad oppakken en onderzoek doen naar een andere vorm dan een rond blad.

Voor mij werkt het Rotor blad erg goed, maar inmiddels ben ik ook een O-Symetric blad aan het testen. Daarover later meer, maar wel kan ik zeggen dat dit blad in eerste instantie anders aanvoelt dan het Rotor blad, maar dat kan o.a. komen omdat in tegenstelling tot het Rotorblad het O-Symetric blad slechts één positie heeft waarop het blad gemonteerd kan worden.

Wanneer je lang met een Rotor hebt gereden en geen rond blad meer gebruikt hebt wordt pas duidelijk hoe niet rond een rond blad eigenlijk aanvoelt wanneer je daar weer een keer gebruik van maakt. Alsof je meer op en neer trapt dan in plaats van in een cirkel.

 

Toevoeging 20-11-2012:

Rotor heeft sinds kort ook de Q-ring XL. In een gesprek met de mensen van Rotor op de Bike Motion werd verteld dat zij deze niet direct zien als blad wat voor de gemiddelde triatleet voordelen zou moeten geven ten opzichte van de normale Q-ring. Het blad is in eerste instantie meer bedoeld voor atleten die meer klimwerk verrichten, criteriums rijden, veel uit het zadel sprinten, een hoger dan gemiddeld genomen vermogen kunnen trappen of een korte time trial. De komende maanden zal ik wat gaan spelen met de XL ring en de ervaring geven via de site.

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.

12 reacties

  1. ivar - 3 januari 2013:

    De reden dat Wiggins er mee ging rijden isjuist dat het vermogensverschil wel meetbaar is. Geen kwestie van geloof maar van conformisme. Dat betekent niet dat Wiggins gaat winnen dit jaar, zeker niet als Conta goed geprepareerd aan de start staat! Maar misschien komt ie weer met iets nieuws, Vista pedalen icm ovaal bijvoorbeeld.

  2. Frank Renia - 29 december 2012:

    Ik vind het een heel interessant stuk, maar één ding klopt er niet.

    Carlos Sastre won er wel de tour mee, maar dat deed hij ook op een Cervélo fiets, op Sidi schoenen, met een Oakley bril, en een Bell helm. En dat heeft er ook niks mee te maken.

    Carlos Sastre won de tour, omdat zijn ploegleider (Bjarne Riis) heel slim is. Die vond namelijk dat Sastre beter klom dan zijn ploeggenoot Schleck. Tot op dat moment reed namelijk Schleck in het geel. Op Alpe d’ Huez reed Sastre van iedereen weg, en (dommerd) Cadel Evans bleef bij de gele trui, in de veronderstelling dat Sastre niet de gele trui van zijn eigen ploeggenoot zou aanvallen. Maar dat was juist de bedoeling. Riis dacht dat Evans zich alleen zou richten op Schleck en hem in de tijdrit wilde verslaan, en dat klopte: Evans lette niet op de koers, en reed defensief. Sastre klom zo snel, dat hij een grote voorsprong opbouwde en (vitueel) in het geel reed. Toen Evans dat doorhad, moest hij zelf aanvallend rijden, en faalde. Schleck reed toen alleen nog maar defensief en liet Evans al het werk doen. Sastre stond na Alpe d’ Huez het geel niet meer af.

    Een rotor q ring is geen garantie op succes, want anders had Riis’ ploeg het jaar daarop wel weer de Tour gewonnen. Ook het Cervélo testteam won er, het jaar daarop, de Tour niet mee. Sastre was toen (die rit) de beste klimmer. In 2009 won Alberto Contador de Tour; rijdend voor Astana (en niet bij Riis). Sastre werd in 2009 21e op dik 27 minuten van Contador.

  3. Cesar - 25 december 2012:

    Leo,
    Als je zegt dat iets niet meetbaar is, hoe kun je dan zeggen dat het niet werkt? En, als je kennis van biomechanica en kinematica net zo is als die van taal (geloofd) dan verklaart dat alles.
    Cesar

  4. Leo - 22 december 2012:

    Ik vind het een prachtige innovatie en het zal best wel werken als je er in geloofd. Het zit dat wel tussen je oren en niet in de efficiëntere overbrenging van de energie die uit je benen komt en naar de voortstuwing van je rijwiel gaat. Energie moet altijd ergens blijven! Als het niet terecht komt in de rijsnelheid, dan moet het ergens in de overbrenging worden omgezet in warmte. Ik denk dat de verschillen niet meetbaar zijn. De trapbeweging is heel efficiënt, zeker als je geleerd hebt de vier draaifasen stuwing te geven. Er is geen sprake van een dood punt, tenzij je de trappers niet meer rond krijgt bij het bergop rijden.

  5. Gilbert Storme - 4 december 2012:

    Buiten Q-Ring en Osymetric heb je ook nog Ogival als commercieel beschikbare niet-ronde kettingwielen. Zie http://www.ogivalring.com
    De Q-Ring XL is duidelijk een reactie van Rotor op het groeiende marktaandeel van Osymetric. Vraag is of de XL met zijn bescheiden 15% ovaliteit veel performanter zal zijn als de pseudo-ronde Q-Ring (10% ovaliteit)

  6. ivar - 4 december 2012:

    op http://www.noncircularchainring.be staat de theorie achter de Osymetric goed uitgelegd. Een belangrijk punt is de positionereing van het blad,Volges het model dat de auteurs aangeven laat zien dat de Osymetric wel 4-5 cm gedraaid moet worden om maximaal te renderen. Dwz max ovalitiet bij 14-17.00 u. Ik rij er zelf mee op de tijdritfiets in deze positie en dit werkt echt stukken beter dan het origineel. De voorspelde vermogens winst in het model kwam exact overeen met mijn eigen ervaringen. Osymetrics zijn niet ideaal voor een mooie ronde slag en het fietsplezier,r maar alles went.Vraag maar aan Wiggins….

  7. Gilbert - 25 november 2012:

    Mooi om te lezen dit, helpt me echt verder! Ben nu wel overtuigd van RotoR, maar het probleem is eigenlijk dat ik al 4 weken aan het trainen ben op ‘normale’ bladen. Is het overstappen moeilijk? Of ben je er zo aan gewend?

    Groetjes

  8. Remco Larooij - 23 november 2012:

    Sinds deze winter fiets met Q-rings op mijn racefiets en het gevoel is goed. De overstap was even wennen maar nadat ik de OCP4 heb ingesteld voelt het echt goed. Mijn idee is dat ik niet per se sneller rijdt maar wel dezelfde snelheid met een lagere hartslag (heeft ook te maken met intesiever trainingsschema dit jaar). Klimmen gaat voor mijn gevoel ook makkelijker. Ik ben erg tevreden en heb ze nu ook op mijn TT-bike en cyclocrosser gemonteerd.

  9. Bernard - 19 november 2012:

    Fiets al zo’n 5 jaar met Q-rings. Het verschil met een gewoon blad is idd duidelijk te voelen als je weer terug stapt. Dus ik zweer bij Q-rings. Niet zozeer dat ik er harder door fiets(dat idee heb ik niet), wel is de overgang naar het lopen veel soepeler. Ook niet onbelangrijk.

  10. Guido Vroemen - 18 november 2012:

    Rotor heeft nu zelfs de Q-XL rings, die nog iets extremer zijn. Wel kanttekening bij verhaal boven wat betreft spinscan: niet goed te vergelijken omdat rechter plaatje 90 watt meer wordt geleverd en bij spinscan geen verschil tussen links duwen/rechts trekken en andersom. En aanwezigheid van dode moment is heel afhankelijk van trapfrequentie, hoe hoger deze is hoe sneller je door dode moment heen gaat.

  11. Ruben - 18 november 2012:

    Ik rij ook sinds een jaar met rotor bladen en mijn gevoel zegt ongeveer het zelfde als wat jij hier omschrijft.
    Geen idee of het daadwerkelijk sneller is maar het voelt wel goed aan.
    Ik heb echter nog niet op ocp4 gereden, binnenkort zeker is testen dus.

    Ik ben ook zeer benieuwd naar je bevindingen met de o-symetric bladen.

  12. DeDuif - 17 november 2012:

    Nog een aanbieder van niet-ronde kettingbladen: http://www.sirara.net/

    Leuk om te lezen verder. Ik vind de Rotor kettingbladen er iig erg goed uitzien.
    Ben benieuwd naar je volgende blog. Zou ook wel willen lezen over de ‘springende ketting’ die je bij Wiggins zag met zijn Osymmetric kettingbladen.